HOME - Nieuws

‘We laten het kind voelen: wat die pesters zeggen, klopt niet’

Pro6’er Frans van der Woude weet als geen ander hoe het is om gepest te worden. De ervaringsdeskundigheid van de geboren Fries benut hij volop in de Pro6-interventie You. ‘Kinderen voelen dat ik hen begrijp.’

“Het begon bij mij in groep 6. Ik was lang, slungelig, verlegen, had twee kleuren ogen en stotterde. Dat was voor een aantal klasgenoten genoeg reden om mij te pesten. Verbaal en fysiek. Maar dat was niet het ergste. Het allerergste was dat ik niet mee mocht doen. Aan het spelletje in de pauze, maar ook tijdens de gymles. Dan moesten we twee groepen maken. Niemand wilde mij in hun groepje. Ik had ook geen vrienden. Ik hoorde er niet bij. Het gevoel niet jezelf te kunnen zijn en nooit goed genoeg te zijn, is zo erg.”

You
“Kinderen die gepest worden, voelen dat ik hen begrijp. Die her- en erkenning werkt goed. Ik miste een interventie waarin ik mijn ervaringsdeskundigheid toe kon passen. Daarom ontwikkelde ik samen met Pro6-collega Katrien de behandeling You. Ik stap daarmee een half jaar in het leven van een kind dat gepest wordt.”

“We werken vanuit het verhaal van het kind met een systemische aanpak. We betrekken de ouders. Wat doen zij? Ik kwam uit een dorp in Friesland, liep op klompen. Mijn vader zei dat ik mijn pesters voor hun ‘harses’ moest slaan met mijn klomp. Ik was zo’n jongetje niet. Dat kon ik gewoon niet. Mijn moeder liep met me mee naar school en haalde me op. Dat deed ze zelfs in groep 8. En als ik thuiskwam, zat ze klaar met een kop thee en een koekje en vroeg hoe het was. Als het rot was, dan mocht dat er ook zijn. Mijn moeder gaf me een veilig gevoel.”

Luisteren & positieve ervaringen
“Ouders moeten in ieder geval nooit twijfelen aan het verhaal van hun kind. Stel vragen: Wat kan ik voor je doen? Als het voor hem veilig voelt dat jij op de hoek van de straat wacht, dan bied jij hem die veiligheid. Sta na een klotedag met open armen voor je kind klaar. Zorg dat het thuis oké en veilig is. En als een kind echt even niet naar school wil, ga dan vooral niet de strijd aan. Kijk wat nog wel kan. Daar help ik hen ook bij.”

“Mijn moeder deed iets wat mij enorm hielp: ze zocht een plek waar ik mezelf kon zijn. Waar mijn sterke punten benut werden. Ik ging op korfbal. Opeens was mijn lengte juist fantastisch. Ik ga met kinderen en hun ouders ook op zoek naar deze positieve ervaringen. Dat kan een sportclub zijn of een kinderboerderij om wat klusjes te doen, als het een dierenvriend is. Ik betrek in de behandeling mensen om het kind heen die hem of haar een goed gevoel geven. Samen laten we het kind ervaren: je bent goed zoals je bent en wat die pesters zeggen, dat klopt niet.”

Schoolbezoek
“Ik betrek ook de school, bijvoorbeeld de mentor. Zodat de pestervaringen bekend zijn. Soms ga ik de klas in van de gepeste, om mijn verhaal te vertellen. Niemand weet dan dat één van de kinderen bij mij in behandeling is. Ik vertel wat het pesten met mij deed en nog steeds doet. Pesters hebben de impact vaak niet door. Dat vertelden mijn pesters jaren later ook, toen ik hen confronteerde.”

“Ik zoek verder met het kind wat zijn of haar leven kan verbeteren. Ik had een meisje onder behandeling die drie weggetjes naar school kende. Zij koos steeds een andere uit om de pesters niet tegen te komen. Dat herkende ik, maar ik ging met haar ook op zoek naar andere opties. Kon ze bijvoorbeeld met iemand meelopen die ze wel vertrouwde?”

Ik voel me oké
“Pesten oplossen is heel lastig. Het gaat vooral om het geven van positieve ervaringen en zelfvertrouwen aan het gepeste kind in combinatie met zoeken naar wat mogelijk is om het pesten te verminderen en het veiligheidsgevoel te vergroten. Onlangs zei een jongen na de behandeling: ‘Ik voel me weer oké.’ Dat is al harstikke fijn.”

DEEL DIT BERICHT

GERELATEERD

‘We laten het kind voelen: wat die pesters zeggen, klopt niet’