Elfie van Duin vertolkt de stem van het kind. Als kinderbehartiger bij Pro6 gaat zij op zoek naar wat er in het hart en het hoofd van het kind speelt en helpt ze het kind naar een stevigere positie.
“Ik hoorde de stem van het kind te weinig in de hulpverlening. Daarom begon ik 4 jaar geleden aan de opleiding tot kinderbehartiger. Je leert over gespreksvoering, ontwikkelingsfasen, hechtingstheorieën en het juridisch kader. De meeste kinderbehartigers werken zelfstandig, maar het is voor Pro6 een grote meerwaarde in onze systemische aanpak.”
“Ik loop een deel van het traject bij een complexe scheiding mee. Ik voer gemiddeld vijf gesprekken met het kind. Als het meer kinderen zijn, dan met ieder kind apart. Ik doe dat op een neutraal terrein, bijvoorbeeld school of een andere plek waar ouder niet meeluisteren. Ik wil ook zo min mogelijk weten, om het kind onbevooroordeeld aan te horen en niet in een kamp van de ouders getrokken te worden.”
Taal van het kind
“In principe werk ik met kinderen vanaf 4 jaar, maar ik heb ook weleens een baby behartigd. Toen beschreef ik wat wenselijk was voor de ontwikkeling in de omgangsregeling. Jonge kinderen hebben bijvoorbeeld behoefte aan veel en kort contact, waarin ze hun ouder vaak ruiken en voelen.”
“Ik pas mijn werkwijze aan op de leeftijd van het kind. Ook het karakter is belangrijk: is het een makkelijke prater? Ik heb weleens een 8-jarige gehad die al hulpverlenerstaal gebruikte. Die zei: ‘Ik heb last van een loyaliteitsprobleem.’ Als een kind niet zo makkelijk praat, ga ik eerst een spelletje spelen, wandelen of een potje voetballen om het vertrouwen te winnen. Daarnaast maak ik gebruik van vragenlijsten en laat ik filmpjes van andere kinderen zien, bijvoorbeeld van Het Klokhuis.”
“Natuurlijk lukt het niet altijd om contact te maken. Ik heb weleens iemand van 17 jaar gehad, die zei: ‘Dit gaat hem niet worden.’ Dan luister ik daar naar. Ik heb liever dat ze me eerlijk afwijzen, dan dat ze weer iets doen waar ze helemaal geen trek in hebben. Kinderen worden bij een scheiding al veel belast. De meesten vinden het juist fijn om gehoord te worden.”
Rechten en stemmen
“Ik wijs de kinderen op hun rechten. Zij vinden het heel fijn om te horen dat zie ook inspraak hebben in de omgangsregeling. Verder luister ik veel. Over wat in hun koppie en hart speelt. Zo vertelde een meisje dat ze zich schaamde voor de scheiding en het niet in de klas durfde te vertellen. Ik kon haar geruststellen, door te vertellen hoeveel ouders scheiden en dat waarschijnlijk meer klasgenootjes gescheiden ouders hadden. Soms bel ik ook de leraar, om te vragen om aandacht te besteden aan scheidingen in de klas.”
“In de gesprekken ga ik op zoek naar de feedback van het kind voor de ouders. Kinderen vinden het vaak lastig dat ouders negatief over elkaar praten. Dat betrekken ze op zichzelf, want zij bestaan voor 50% uit papa en 50% uit mama. Daarnaast kennen veel kinderen de reden van de scheiding niet. Ze denken dat het hun schuld is. Wat ik verder vaak hoor, is dat ze het moeilijk vinden om rekening te houden met de emoties van beide ouders. Ze willen bij papa kunnen vertellen hoe fijn het bij mama was en dat mama hen veel plezier wenst bij papa en niet zegt: ‘Ik ga je zo erg missen.’ De problemen kunnen ook heel praktisch zijn. Dat ze het bijvoorbeeld stressvol vinden om hun spullen steeds heen en weer te sjouwen. Dat kunnen we oplossen met overdrachtskratten en afvinklijstjes.”
Kind weer centraal
“Na de gesprekken krijgen ouders een terugkoppeling. Daar zit de gezinsbehandelaar ook bij. Ik kan het vertellen, maar vind het nog mooier als het kind dat doet. Ik probeer het kind te verstevigen in de communicatie. Als ze dat spannend vinden, kunnen we hun stem ook door middel van een brief, tekening of in een filmpje overbrengen.”
“Ouders vinden het vaak lastig om te horen. Dat snap ik, ik heb zelf ook kinderen. Het is niet fijn als zij pijn hebben en al helemaal niet als dat door jou komt. Ouders zitten soms opgesloten in hun eigen verdriet. Vaak staan ze wel open voor de feedback. Het is heel mooi om te horen dat ze daarna echt het kind centraal stellen.”
“Ik zoek samen met het kind altijd naar een extern persoon bij wie ze hun verhaal kwijt kunnen. Een tante, de Kindertelefoon of Villa Pinedo. Na afloop heb ik nog weleens contact met ze, om te vragen hoe het gaat. Ik kreeg pas geleden nog een appje van een meisje, met wie ik een jaar geleden gesprekken had. Ze schreef nu: ‘Hey Elfie, mijn ouders gaan echt veel beter met elkaar om. Ze komen zelfs samen naar mijn musical. Daardoor heb ik ook een stuk minder stress.’ Zo’n voorbeeld vind ik heel mooi om te horen.”