HOME - Nieuws

‘Ik wil kinderen laten inzien dat ze veel meer kunnen’

Als ambulant begeleider bij Pro6 is Richard Driessens vooral bezig in de buitenlucht. Door sport en spel in te zetten breekt hij het ijs bij zijn jonge cliënten, geeft hij de kinderen meer inzicht en laat hij ze zien: jij kunt veel meer dan je denkt. ‘Als kinderen lachen en plezier hebben, dan word ik ook blij’.

“Ik werk vooral met kinderen. Samen gaan we met hun leerdoelen aan de slag. Vaak zijn die gericht op het uitbreiden van sociale vaardigheden om kinderen zich meer te laten uiten en hun zelfvertrouwen te vergroten. Meestal werk ik samen met de gezinsbehandelaar, uit systemisch oogpunt. Soms hebben wij ook gesprekken met ouders en kinderen samen, om de verbinding binnen het gezin te herstellen.”

Het ijs breken
“Het verschil tussen de kindbehartiger en ambulant begeleider is dat ik langer betrokken ben en vaak vanuit activiteiten werk. Zo ga ik met het kind of de jongere naar buiten om een spelletje of sportactiviteit te doen of maken we een wandeling. Soms laat ik hen kiezen, koppel ik de activiteit aan hun leerdoel of zoek ik actief de ontspanning op, zodat ze even kunnen ontladen.”

“Je maakt zo makkelijker verbinding dan wanneer je tegenover elkaar zit. Gesprekken komen spontaan tot stand. Kinderen kunnen zich buiten hun huis, waar bijvoorbeeld hun ouders, broers of zussen rondlopen, ook vrijer voelen. Zodat er meer ruimte ontstaat om bepaalde situaties bespreekbaar te maken. Ik merk dat, hoe meer interesse ik toon en me aansluit bij wat zij leuk vinden of hen bezighoudt, hoe makkelijker het contact verloopt. Het ijs breekt en we komen tot gesprekken.”

Inzicht krijgen en geven
“Ik krijg door de activiteiten en spelletjes inzicht in de belevingswereld van kinderen en hoe ze met bepaalde situaties omgaan. Wat gaat ze makkelijk af en wat vinden ze nog moeilijk? Ik kan bijvoorbeeld een spelletje doen, waarin ik hen de opdracht geef om van de ene naar de andere kant te lopen. Ondertussen hinder ik ze door bijvoorbeeld hun pad te belemmeren. Hoe gaan ze daarmee om? Durven ze hun grenzen aan te geven? Zo ja, hoe doen ze dat? Ik vraag wat ze in hun lijf voelen en hoe ze daar invloed op kunnen uitoefenen. Ze krijgen zo meer inzicht in zichzelf en hun emoties.”

“Soms is het juist goed om een spel binnen te doen, waarbij ik ouders, broertjes en zusjes betrek. Dat maakt de onderlinge interactie van samenwerken en communiceren ook inzichtelijk.”

Tot veel meer in staat
“Ik merk dat kinderen vooraf al vaak zeggen: ‘Dat kan ik niet’ of ‘dat durf ik niet’. Dat is voor mij een trigger om de activiteit juist wel te doen, om de uitdaging met ze aan te gaan. Zodat ik na afloop kan benoemen wat goed ging. Ze zijn vaak tot veel meer in staat dan ze zelf denken.”

“Het is ook van belang dat ze leren dat hulp vragen een kracht is, dat je door iets samen te doen ook tot oplossingen kunt komen. Zo ga ik met een jongen die niet goed durft te fietsen, toch op de fiets naar school. Het is super om te zien dat hij door ervarend leren elke keer een stapje verder durft, meer vertrouwen krijgt en zijn fietsangst vermindert.”

“Het geeft mij heel veel voldoening om een kind te zien groeien. Het is zo belangrijk dat ze positieve feedback krijgen. Niet alles hoeft helemaal te lukken, om toch trots en tevreden te kunnen zijn. Ze zijn een situatie die spanning oproept aangegaan en dat is superpositief. Vaak zijn het de ‘niet-helpende gedachten’ die hen ervan weerhouden om iets aan te gaan of waardoor ze iets uitstellen. Het kunnen kleine stappen lijken, maar voor kinderen hele grote stappen zijn. Als kinderen blij zijn, meer vertrouwen in zichzelf krijgen, lachen en plezier hebben, dan is dat al een overwinning.”

DEEL DIT BERICHT

GERELATEERD

‘Ik wil kinderen laten inzien dat ze veel meer kunnen’