HOME - Nieuws

‘Ouders zijn vaak verrast door wat hun kinderen verlangen’

Waar is de stem van het kind? Esther Faro miste zelf in haar jeugd iemand die naar haar stem luisterde. Inmiddels werkt ze al 22 jaar in de jeugdzorg, waarvan 8 jaar als kindbehartiger en schreef ze een prentenboek voor kinderen. “Als je het kinderen niet vertelt, denken ze: het ligt aan mij.”

“Toen ik opgroeide, miste ik juist iemand die luisterde naar mijn stem. Dat had mij geholpen om fijner en relaxter op te groeien. Als een kind in de ontwikkeling stagneert door wat voor situatie dan ook, dan verdient hij of zij een kindbehartiger.”

“Toen ik 22 jaar geleden begon, was de jeugdzorg vooral gericht op ouders. Als zij opvoedproblemen ervoeren, kregen ze hulp. Maar niemand wist of dat wel aansloot bij de behoeften van hun kind. We wisten wel dat kinderen het lastig vonden om met hun ouders te praten over moeilijke onderwerpen. Ze wilden hun ouders niet boos of verdrietig maken. Ze vertelden niet alles, waardoor je een boel belangrijke informatie miste.”

“Ik begon in dagbehandelingsgroepen. Ik miste daar het ambulante en systemische gedeelte. Je kunt wel van alles met de kinderen doen, maar als in het systeem niks verandert, blijven ze terugkomen. Je moet de eilandjes binnen een systeem aan elkaar verbinden. Zodat ouders weten: wat heeft mijn kind nodig om zo ontspannen en zorgeloos mogelijk op te groeien?”

Kind is de baas
“Ik ga met de kinderen op een speelse manier in gesprek. Ik doe wat ik zeg en ik zeg wat ik doe. Zij houden de regie. Zij zijn de baas over wat ik wel en niet tegen hun ouders zeg. En als het iets is wat ik moet vertellen, bijvoorbeeld omdat ze in gevaar zijn, dan zeg ik dat ook eerlijk tegen ze. Het voelt voor hen heel fijn dat ik verder geen contact met hun ouders heb.”

“Om het ijs te breken, zet ik spelletjes, vraagkaartjes, boeken en filmpjes in. Daardoor openen ze zich, ook al willen ze dat in eerste instantie niet. Ik maak alle moeilijke onderwerpen bespreekbaar: van rouw tot verlies, van ernstige ziekte tot scheidingen. Ook als ze een van de ouders niet kunnen zien, omdat die bijvoorbeeld een verslaving heeft. Hoe moeilijk dat ook is, want ik vind niks lastiger dan een verdrietig kind. Maar ik weet dat ik het kind help door het bespreekbaar te maken. Anders wordt het in hun hoofd heel groot en denken ze: het ligt aan mij.”

Verraste ouders
“We onderschatten kinderen. We moeten hen mee laten denken. Zij komen dan ook echt met goede oplossingen. Soms zit het in de kleine dingen. Een pubermeid die het lastig vindt om al haar spullen steeds mee te slepen van papa naar mama en andersom. Het kan haar al helpen als bij papa een extra stijltang ligt.”

“Ouders zijn nog best vaak verrast door wat hun kinderen verlangen. Ik merk dat het iets met hen doet, als zij horen wat hun kind denkt en wil. Dat komt anders binnen, dan wanneer een hulpverlener het hen vertelt. Ouders denken vaak dat kinderen dezelfde emoties hebben als zij, maar dat is niet zo. Een ex kan een vervelende partner zijn geweest, maar wel een fijne ouder voor het kind.”

De ontdekking van Vlinder
“Ik schreef ook een prentenboek voor jonge kinderen, de ontdekking van Vlinder. Daarmee kun je kinderen vertellen wie hun biologische vader of moeder is. Meer kinderen dan je denkt, weten dat niet. Zo kunnen de ouders al tijdens de zwangerschap uit elkaar gaan, waarna moeder een andere partner vindt. Ouders vinden het ontzettend moeilijk om dan eerlijk te vertellen dat die man niet hun biologische vader is. Ze zijn bang dat ze daar hun kind enorm mee schaden.”

“Mijn visie is dat je dit kinderen op een passende manier moet vertellen. Ze komen er toch wel achter. Kinderen zijn slimmer dan je denkt. Ze gaan uiteindelijk twijfelen aan zichzelf, zien of voelen dat ze niet lijken op een van hun twee ouders. Een jongen zei ooit tegen mij: ‘Ik lijk helemaal niet op papa, maar wel op mijn oom.’ Dat bleek dan ook zijn vader te zijn. En als ze daar zelf achter komen, ontstaan de echt grote problemen. Ontwikkelingsproblemen, psychische aandoeningen, een kind dat boos is op de ouder die het niet heeft verteld.”

50% mama, 50% papa
“Het is zo belangrijk voor de identiteitsontwikkeling om te weten wie je ouders zijn. Je bent 50 procent je vader, 50 procent je moeder. Als je niet weet van het bestaan van één van de twee of als diegene door de andere ouder steeds negatief wordt omschreven, dan voelt het alsof je niet van die ouder mag houden. En dus ook niet van de helft van jezelf. Hoe kun je je dan relaxt en zorgeloos ontwikkelen?”

“Ik ben tevreden als ik zie dat een kind meer zelfvertrouwen heeft gekregen en bepaalde vaardigheden heeft ontwikkeld. Je kunt een ingewikkelde situatie niet altijd veranderen, maar kinderen wel weerbaarder maken binnen die situatie. Door hen vaardigheden aan te leren, zodat ze het gevoel hebben: wat ik ook tegenkom, ik kan het aan. Al zie ik daar maar een ieniemienie stapje in, dan voel ik al voldoening.”

DEEL DIT BERICHT

GERELATEERD

‘Ouders zijn vaak verrast door wat hun kinderen verlangen’