HOME - Nieuws

‘We waren eigenwijs en dachten: dit kunnen we zelf veel beter’

Noem haar alsjeblieft niet ‘de baas’, want voor die term is Pro6-bestuurder Els Maes allergisch. “Ik heb een functie, met daarbij bepaalde verantwoordelijkheden. Zoals mijn collega’s ook functies met verantwoordelijkheden hebben.” Pro6 groeide in de afgelopen 13 jaar, maar hield altijd oog voor het warme teamgevoel en de platte organisatiestructuur.

“Ik maakte als tiener al kennis met de zorg. Ik begon namelijk als verzorgende in de ouderenzorg. Het contact met die mensen vond ik heel leuk, toch ging ik een andere kant op. Ik koos namelijk voor de studie HR. Ik kwam daarbij al snel tot de conclusie dat ik niet paste in de zakelijke wereld. Gelukkig kon ik stage lopen in een gesloten jeugdinrichting, waar ik me wel op mijn plek voelde. Ik hielp jongeren die terug naar huis zouden gaan. In de tussentijd volgde ik allerlei scholing, van kindeigenproblematiek tot systemisch werken aan een academie in Antwerpen.”

“In die inrichting werkte ik samen met Walter. We misten allebei een onmisbaar element: het systeem. Je kunt wel van alles regelen vanuit een kantoor, maar dan weet je nog niks over de praktijk. Over de thuissituatie, over het gezin, de vriendengroep, school, de werkgever. We vroegen een subsidie aan om ambulant te mogen werken en met de jongeren naar huis te gaan. Die kregen we, waardoor we hun leven echt op poten konden zetten. Heel belangrijk, want de overgang van geslotenheid naar buiten was sowieso al heel groot.”

Ontstaan Pro6
“We waren eigenwijs en dachten: dit kunnen we zelf veel beter opzetten. Dus namen we ontslag en begonnen we Pro6. Een organisatie die ambulant en systemisch werkt. Walter en ik vullen elkaar goed aan: hij is inhoudelijk heel sterk met zijn achtergrond als contextueel systeemtherapeut en ik houd me bezig met de organisatie. Met personeelszaken, financiën, aanbestedingen en contracten.”

“Het begin was uitdagend. We waren hulpverleners, geen ondernemers. En ik was pas 26 jaar. Ik heb geleerd door te doen. En natuurlijk heb ik ook mijn kop gestoten en fouten gemaakt. Maar we bestaan nog, dus zo groot waren die fouten niet.”

“We moesten onszelf opeens verkopen, terwijl we het veel leuker vonden om met cliënten op pad te gaan en een volle caseload te draaien. Daarnaast was het voor de decentralisatie lastig om aan contracten met de regio’s te komen. De overheid werkte vooral samen met hele grote zorgorganisaties.”

Geleidelijk groeien
“We groeien inmiddels al jarenlang geleidelijk. Dat doen we bewust, we willen niet groeien om het groeien. Kwaliteit staat voorop. Het lijkt me maar niks om als directie je eigen personeel amper te kennen. Nu weet ik van iedereen hoe hun weekend was en hoe de kinderen heten. Alleen is groeien wel belangrijk om de toenemende vraag en complexe problematiek vanuit de samenleving te kunnen behandelen.”

“We hebben een team met een ontzettende drive, waarin de sfeer warm en speels is. We kunnen met elkaar sparren, maar ook lol maken. Dat is belangrijk, zeker in dit werk met een complexe doelgroep. Het is een van de redenen waarom mensen graag bij ons werken. We blijven daarom kritisch in sollicitaties, ook al zitten we in een krappe arbeidsmarkt.”

“Het is de kunst om mensen aan te nemen die slimmer zijn dan jijzelf. Ik ga namelijk niemand vertellen wat-ie moet doen, ik werk veel liever samen. Over behandelinhoud heb ik echt niet alle wijsheid in pacht. Ik voel me sowieso helemaal geen baas. Ik heb een functie, waar bepaalde verantwoordelijkheden bij horen. Zoals collega’s weer andere verantwoordelijkheden hebben.”

Van caseload tot vaatdoekjes
“Mijn voordeel is dat ik begonnen ben als hulpverlener en vervolgens alle takken van ons bedrijf heb leren kennen. Ik weet hoe ik een caseload draai, hoe ik beleid schrijf en de cliëntadministratie uitvoer. Ik was iedere week nog de vaatdoekjes en schilder zelf de spreekkamer, als ik die op wil fleuren. Inmiddels kunnen we mensen aannemen om bepaalde taken over te nemen, maar sommige dingen blijf ik toch zelf doen. Het is sowieso fijn dat ik overal iets van weet.”

“Ik heb ontzettend veel respect voor al mijn collega’s die in de uitvoering werken. Ik weet niet of ik dat nog zou kunnen. Sinds ik zelf kinderen heb gekregen, komt alles harder binnen. Ik ben wat dat betreft een zachtgekookt eitje geworden.”

Toekomst
“Het klinkt misschien idealistisch, maar mijn drijfveer in dit werk is om de wereld van kinderen mooier te maken. Alles wat wij daar aan bij kunnen dragen, hoe groot of klein, is van belang. Ik hoop dat we dat nog lang blijven doen, met een geleidelijk groeiende organisatie en een fijn team dat nog heel veel mooie, nieuwe dingen ontwikkelt.”

DEEL DIT BERICHT

GERELATEERD

‘We waren eigenwijs en dachten: dit kunnen we zelf veel beter’